Design Talk: Julien Renault
Op donderdagavond 29 september was ontwerper Julien Renault te gast bij gæst Antwerpen voor een boeiend gesprek met Knack Weekend journalist Jorik Leemans over de Pastis-collectie die hij recent voor HAY ontwierp. Een samenvatting van het gesprek en enkele sfeerfoto’s vind je hier.
Als het van het Deense designlabel HAY afhangt, verlengen we de zomer nog enkele maanden. De Pastis-collectie van de Frans-Belgische designer Julien Renault is een ode aan het zuiden van Frankrijk, oude brasseries en zijn vrouw Vanessa. ‘Er is ontzettend veel designtalent in België.’
Jorik Leemans voor weekend.knack.be
De Denen lijken het zwaar te pakken te hebben voor Belgisch design. Na hun huwelijk met Muller Van Severen vorig jaar pakt het Deense label HAY uit met een collectie getekend door de in Brussel gevestigde Julien Renault (37). De van oorsprong Franse designer maakte in het verleden al ontwerpen voor Hem en Cruso, en herdacht de huisstijl van het Belgische Kewlox als creatief directeur.
Renault aasde al een tijdje op een samenwerking met het populaire designmerk van Mette en Rolf Hay, maar de accessoires die hij eerder voor hen ontwierp, werden uiteindelijk niet uitgebracht. ‘Het was een moeilijke start’, glimlacht Renault. ‘Die accessoires geraakten jammer genoeg geannuleerd tijdens het proces.’
Wanneer is deze samenwerking dan begonnen?
‘In 2020, in Stockholm. Ik ontwierp er een standje voor het Zweedse Massproductions. Rolf passeerde er en vroeg om mijn kaartje. Hij wilde me een ontwerpopdracht sturen voor een groter project dat ze op het oog hadden, een heuse meubelcollectie. Twee weken later zat de opdracht in mijn mailbox. Ik was de laatste designer uit de selectie die ze kreeg, waardoor ik een beetje meer tijd kreeg. Eigenlijk heb ik die kans dus gewoon te danken aan het feit dat we elkaar simpelweg toevallig tegenkwamen. Ik wil er niet aan denken dat ik net een koffie zou zijn gaan halen.’ (lacht)
Hoe luidde de opdracht die je kreeg?
‘Die was allesbehalve gemakkelijk en bestond slechts uit enkele woorden: ontwerp de volgende houten stoel waarin we de komende vijftig jaar leven. Begin er maar eens aan. Voor HAY was het ook allemaal heel nieuw, het was de eerste houten stoel die ze zouden uitbrengen.’
Je leverde naar verluidt drie weken later al je eerste voorstel in.
‘Ja, maar om eerlijk te zijn, was dat niet wat ze zochten. Ze wilden graag een huiselijkere collectie. Ik vertelde hen dat ik nog een idee had, maar had enkel nog maar een detail in mijn hoofd, namelijk de rugleuning voor de stoel, en ik ging weer aan de slag.
Toen het eerste prototype klaar was, zag ik alleen de fouten.
Het was volop in de eerste lockdown, dus net als iedereen had ik toch niets anders te doen dan thuis zijn. Op café of restaurant gaan was geen optie, en toch vond ik gek genoeg net daar mijn inspiratie in. Ik wilde een stoel ontwerpen die ik binnen dertig jaar met de nodige patina in een oude kroeg of brasserie zou terugvinden. De stoel moest een tijdloos karakter hebben.’
En dat tweede ontwerp bleek een schot in de roos.
‘In juni kreeg ik telefoon van Rolf dat hij onder de indruk was, niet veel later kozen ze uiteindelijk voor mijn collectie. In september was het eerste prototype al klaar; ik zag alleen maar de fouten in de stoel. De ziel was er, maar er was nog heel veel werk aan. Het is ook de eerste keer dat ik een stoel maak met zo’n groot bedrijf, dus ik wist dat het goed moest zijn. Een jaar lang werkte ik elke dag aan het project. Het was mijn hoogste prioriteit, de kans van mijn leven. Dat er gaandeweg ook nog spontaan een tafel bijkwam, maakte het project alleen maar uitdagender.’
Wat maakte HAY voor jou de ideale partner?
‘Ik hou van de spirit van het merk. Het is een jong bedrijf, dit jaar bestaan ze 20 jaar, dus je voelt dat je echt samen met hen iets kan creëren. Wanneer ze tevreden zijn, nemen ze je ook echt op in de familie. Het is zeker niet evident om plots voor zo’n groot bedrijf te werken, maar het geeft me tegelijkertijd veel energie.’
Voor de collectie koos je de smakelijke naam pastis, waarom?
‘Ik vertelde het team van HAY over de inspiratie van de oude brasserie en ze noemden een zaak in Kopenhagen die volgens hen die sfeer vatte: Pastis. Ik vond het perfect, alles viel samen.
Ik voel me zeker een Belg, mijn leven is hier. Of ik een Belgische designer ben, vind ik moeilijker om te beantwoorden.
Het klinkt heel Frans, sfeervol, en ook in mijn privéleven heb ik veel verhalen van vakanties in Zuid-Frankrijk met de nodige pastis. Ik heb mijn vrouw zelfs ontmoet terwijl ik pastis dronk, maar ik kon de collectie moeilijk Vanessa noemen.’ (lacht)
De collectie is een knipoog naar je Franse afkomst. Anderzijds woon je al meer dan tien jaar in België. Zie je jezelf ook als een Belgische designer?
‘Ik voel me zeker een Belg. Mijn dochter is Belgisch en spreekt zelfs Vlaams, in tegenstelling tot ik, tot mijn spijt. Mijn leven is hier. Of ik een Belgische designer ben, vind ik moeilijker om te beantwoorden. Het is een vraag die ik wel vaker krijg: wat is Belgisch design? Dat is een tricky one. Belgisch design is naar mijn mening erg uiteenlopend, een verzameling van erg verschillende praktijken, van industrieel tot craft design. In de eerste plek is België een goed land om een eigen studio te starten, met een goede creatieve basis die ook nog eens betaalbaar is. Dat maakt dat er ontzettend veel talent te vinden is.’
HAY lijkt het best voor de Belgen te hebben. Op korte tijd lanceerde het collecties met Sylvain Willenz, Muller Van Severen, en nu met jou.
‘Ik weet niet zozeer of dat iets met de nationaliteit te maken heeft. Ik denk dat Mette en Rolf in de eerste plaats ontwerpers zoeken met een persoonlijkheid. De rest is toeval.’
Zitten er nog gezamenlijke projecten in de pijplijn?
‘Volgend jaar komt er in de Pastis-lijn ook een hoge barstoel, en verder werken we volop aan verlichting. En dan zijn er nog enkele andere projecten die ik misschien toch nog even voor mezelf ga houden. Tenzij je me nog trakteert op een glas pastis?’ (lacht)
Foto’s door VONK